Natuurlijk. Met een paar moderne hulpmiddelen komen we een heel eind. Een telefonisch spreekuur kan een uitkomst zijn als de reis naar ons kantoor in ’s-Hertogenbosch niet mogelijk of onwenselijk is. We houden regelmatig telefonisch spreekuur en/of communiceren via FaceTime of Skype. Heel handig, want we hebben zo cliënten uit onder meer Frankrijk, Curaçao en Zuid-Afrika kunnen helpen. Ook hebben we wel eens een video gekregen over een locatie in Groningen, waarmee we uit de voeten konden om advies uit te brengen, zonder dat we een flinke reis moesten ondernemen. Dat scheelde veel geld en tijd voor de cliënt.
Ja, dat mag. Maar, wij doen het niet.
Wij hebben ook vaak onze smartphone in de hand. We maken veel foto’s ter plaatse, want in ons werk draait alles om de feiten.
En we raadplegen onze dossiers, want we hebben alles in de Cloud. Dat is heel handig als we niet op kantoor achter onze schermen zitten, maar bij mensen thuis of bij een opdrachtgever in de organisatie.
We maken ook graag gebruik van onze telefoon om gesprekken op te nemen. Dat vinden we heel handig, want dan kunnen we ons concentreren op hetgeen gezegd wordt, zonder dat we telkens dingen moeten noteren. En naar afloop sturen we de opname altijd toe aan onze gesprekspartners. Zo doen we dat bijna altijd bij het spreekuur. Dat scheelt ons veel werk en daarmee kunnen we het spreekuur goedkoop houden.
Open en bloot. We nemen gesprekken alleen maar op als alle aanwezigen daar mee instemmen. We vragen dus eerst toestemming. We hebben niks te verbergen en we vinden transparantie heel belangrijk. Waarheidsvinding staat bij ons voorop.
Soms worden gesprekken niet open en bloot opgenomen. Hoe zit het dan? Mag je eigenlijk gesprekken stiekem opnemen? mr. Arwin Mulderij heeft daar in 2016 een goede blog over geschreven, waarin hij tot de conclusie komt dat dat inderdaad mag. Wij doen het dus nooit, maar het mag dus wel. Lees hier hoe dat zit. En doe er je voordeel mee: juridisch en praktisch.
We hebben er een filmpje over op Youtube gezet. Bekijk het fimpje hier.
Ja, er zit inderdaad een verschil tussen huren van een stukje gemeentegrond en het in gebruik geven daarvan met recognitie. De verschillen zitten hem in zowel juridisch als in financieel opzicht.
Juridische verschillen: huren is een apart, juridisch instrument en kent een behoorlijk aantal dwingende bepalingen in ons Wetboek. Meestal zien die bepalingen op de (ver)huur van woonruimte. Maar ook voor de (ver)huur van onbebouwde grond kent ons Burgerlijk Wetboek een aantal regels.
Grond in gebruik geven – ook wel bruikleen genoemd – is een ander juridisch instrument en is aan minder regels gebonden. De wetgever ziet bruikleen meer als een soort ‘vriendendienst’ dan als een puur zakelijke transactie, zoals bijvoorbeeld de huurovereenkomst.
Financiële verschillen: grond huren = huurpenningen betalen. Geld verdienen is dan de voornaamste zaak. Bruikleen kan daarentegen ook gratis zijn!
Veel gemeenten weten niet zo goed wat zij met zo’n stukje grond aan moeten en lenen het daarom maar uit (= bruikleen). Men wil de grond niet kwijt, maar hoeft er ook niks aan te verdienen en dan is bruikleen een uitkomst. Omdat bruikleen weinig regels kent, is het handig om degene die de grond gebruikt in ieder geval wél te laten verklaren dat die persoon het eigendomsrecht van de gemeente erkent, oftewel: recognitie.
Leggen gemeente en gebruiker niks vast, dan kan het na jaren zo zijn dat de gemeentegrond door verjaring in eigendom van de gebruiker valt. En dan is de gemeente alles kwijt: geen of nauwelijks geld aan de grond verdiend en ook nog eens de eigendom kwijt.
Vandaar dus…
Ja, dat ga je wél verstrekken. In beginsel staat waarheidsvinding namelijk voorop. Objectieve gegevens waarover jouw organisatie beschikt, kunnen prima ook aan betrokkenen worden verstrekt. Dan gaat het dus om data die je zonder al te veel moeite, húp, zo uit het systeem kan plukken en betrokkene kan toesturen of mailen. En ja, die kunnen niet ten voordeel strekken van de gemeente. Maar, daar zou het niet om moeten gaan, om het willen ‘winnen’ in een eventueel conflict. Belangrijker is dat je beiden over dezelfde informatie beschikt en daarmee een eventueel conflict gewoon samen goed kunt oplossen.
Je hoeft dat soort gegevens niet spontaan op te sturen (“kijk eens wat ik voor je heb!?”), maar op verzoek behoor je volgens de normale omgangsregels met burgers, deze gewoon toe te sturen. Zie punt A2 van de Behoorlijkheidswijzer van de Nationale Ombudsman.
Als je echt extra inspanningen moet verrichten, dan mag je daar als gemeente geld voor vragen. Wil iemand dat je er echt voor gaat zitten, speuren, navraag doen en dergelijke, dan mag een overheidsorganisatie daarvoor leges vragen. Dat is geregeld in de gemeentelijke legesverordening.
Als iemand een beroep doet op verjaring, betekent dat, dat hij of zij vindt dat ie eigenaar is geworden van die grond. Dat moet hij of zij dan wel bewijzen. Zo maar wat roepen, kan niet. Als jij die grond gekocht hebt, heb jij een sterker recht dan degene die een beroep doet op verjaring, totdat jij of de rechter overtuigd zijn van verjaring. Je kunt dus de buren meedelen dat je hun bewijs graag tegemoet ziet. En geef hen daartoe een paar weken de tijd. Ondertussen kan jij gewoon die grond gebruiken, je hebt er immers voor betaald.
Loopt de zaak uit de hand, neem dan contact met me op, bijvoorbeeld door naar mijn spreekuur te komen.
Dat dit soort rechten er niet zijn, betekent nog niet dat deze situaties niet veel voorkomen, maar daar is dus soms medewerking voor nodig van de eigenaar van de weg, de wegbeheerder en/of soms ook de buren of andere eigenaren van andere percelen in de buurt.
Als je een brievenbus plaatst op een locatie die niet bereikbaar is voor de postbode en krantenbezorger, dan is de eigenaar van de weg of wegbeheerder niet zo maar verplicht om dat toe te staan of mee te werken aan de komst van een uitweg, opdat men ook jouw brievenbus kan bereiken. De omstandigheden zullen bepalen of een uitweg wel of niet redelijk is en wie het gaat betalen. Daarom adviseer ik je om overleg te voeren met alle betrokkenen, in ieder geval met de gemeente. Komt je er niet uit, kom dan naar mijn spreekuur.
Je kunt je buren overigens niet dwingen om maar een eigen rioolaansluiting op eigen grond aan te leggen. Dat moet je samen met je buren oplossen en daarbij speelt de redelijkheid en billijkheid een belangrijke rol. De kosten van verplaatsing of nieuwe aanleg van een riolering kan namelijk wel eens veel hoger zijn dan onderhoud op de huidige locatie. Ook moet je samen rekening houden met de voorgeschiedenis.
Probleem is namelijk dat een hek dat op of nabij de kadastrale grens is geplaatst, óók fungeert als markering van de eigendomsgrens. En nu kan het zo maar lijken dat je een stukje grond van de buren in bezit neemt én dat komt vervolgens in aanmerking voor verjaring. Als de buren niets doen, dan lopen zij na 20 jaar de kans de grond tussen jouw hek en de kadastrale grens, aan jou of een toekomstige buur naast hen, kwijt te raken.
Dat wil niet zeggen dat je morgen meteen met verplaatsen moet beginnen: je kunt natuurlijk gewoon met je buren overleggen over een geschikt tijdstip en de werkzaamheden.
Misschien wel, misschien ook niet.
Verjaring is ingewikkelde materie. Het draait allemaal om de feiten en die moet je opsnorren. En soms komen die feiten pas na intensief speurwerk boven water. Sommige feiten kunnen een dossier nét de andere kant op laten vallen. Het is dus goed mogelijk dat een verjaringszaak er aanvankelijk gunstig uitzag, maar door nader onderzoek toch niet zo gunstig blijkt te zijn.
Werk voor specialisten. Het is ook mogelijk dat de jurist in kwestie door gebrek aan specialistische kennis de feiten onvoldoende goed kon beoordelen en/of in zijn of haar gesprekken met betrokkene onvoldoende slagen om de arm heeft gehouden. Zou zo maar kunnen, niet iedereen is verjaringsspecialist en soms schat je als jurist jouw kennis in zo’n zaak te hoog in. We zijn maar mensen, nietwaar. Ik had over het optreden en juridische oordeelsvorming van de betrokken advocaat geen oordeel, want ik had het dossier niet bestudeerd. En ik ben getrouwd met ANNA: Alles Nagaan Niets Aannemen.
En soms luisteren mensen niet goed. Willen ze vooral horen dat ze gelijk hebben en blijkt men (helaas vaak achteraf) soms tamelijk ‘doof’ voor voorbehouden die hun rechtsbijstandsverlener in acht neemt. Soms moet je zaken 10 keer zeggen, voordat het kwartje valt. De eerlijkheid gebiedt mij om te zeggen dat ik ook wel eens niet goed luister…
Hoge werkdruk. Zelf ben ik door drukke werkzaamheden soms ook niet zo bedacht op de behoefte aan extra informatie bij mijn cliënten. Ik zit met mijn hoofd in allerlei dossiers en juridische wolken en vergeet even een belletje of mailtje te versturen over de stand van zaken en hoe men de hele gang van zaken beleeft. Dat is natuurlijk niet zo leuk, als mensen echt op contact met jou als jurist zitten te wachten. Dan krijg je irritaties.
Relaties en kansrijkheid. En als een dossier een ongunstige wending neemt, dan zijn soms de rapen gaar: dan beïnvloedt de relatie tussen cliënt en jurist ongewild (ook) de kansrijkheid in een dossier. Dat schiet natuurlijk niet op… Dat is voor iedereen erg vervelend, want niemand wil dat: een burger wil vertrouwen op de kennis en kunde van zijn of haar jurist, elke jurist wil graag zijn of haar cliënt zo goed mogelijk bijstaan.
Aardig jurist = blije cliënt. Het gekke is, dan andersom ook schijnt te gelden: een hele aardige en behulpzame jurist, die weliswaar niet een topspecialist is in een bepaald vakgebied, wordt vaak door zijn of haar cliënten (niettemin) zeer gewaardeerd.
Blije cliënt = blije jurist. Een jurist die veel energie steekt in de relatie met zijn of haar cliënten bewerkstelligt vaak minder frustratie, dan de jurist die vooral veel energie steekt in het tot een goed einde brengen van een zaak. De jurist die allebei voor elkaar krijgt, is natuurlijk een topper. Ik kan nog wel wat bijleren, vrees ik
Nou, de gemeente heeft drie jaar nadat de belastingschuld is ontstaan de tijd om de aanslag onroerend zaakbelasting op te leggen.
In principe is het voor een gemeente niet mogelijk om én huurpenningen te vragen én precariobelasting te heffen voor gebruik van hetzelfde stuk grond. Op grond van de huurovereenkomst heeft u namelijk al toestemming van de gemeente gekregen voor het gebruik van deze grond. Bovendien betaalt u voor dit gebruik al huurpenningen.
In ons gratis e-book ‘Precariobelasting versus huur’ kunt u alles lezen over de verschillende vormen van vergoedingen die overheden kunnen vragen voor het gebruik van hun gronden en alles wat daarbij komt kijken. Download het dus snel!